Voor we in Livingstone een kampeerplek zoeken, gaan we eerst nog even pcr testen om later door te kunnen rijden richting Namibië. Die tests kosten in het central Hospital gelukkig ‘maar’ 40 euro per stuk en de verpleger bleek bovendien niet heel ambitieus om diep in onze neus veel virusjes te gaan vangen. Na een vriendelijke aai door onze neusharen wandelen we, net zoals de Brit die van Cairo naar Kaapstad fietst, buiten met 4 negatieve tests…
We slapen in Thorn Tree camp, waarvan we foutief dachten dat ze ook een camping hadden. Die was er niet, maar omdat we na 7 dagen in een bed toch echt nog eens graag wilden kamperen was het – als weer eens de enige gasten – helemaal ok om de auto te parkeren op het gazon naast de rivier. Let wel op voor de hippos ‘s nachts! We genieten van de mooie buitenkeuken en -living en krijgen nog wat lokale tips van de eigenares.
De volgende ochtend bezoeken we de Vic falls en we hebben geluk! Op onze vorige reis waren we hier op ongeveer hetzelfde moment maar was er zó veel water in de rivier dat de waterval zelf niet te zien was achter een grijs gordijn van regen en spray. Vandaag is het zonnig en bewonderen we de waterval langs alle (Zambiaanse) kanten. We worden enkele keren stevig nat om 10m verder gewoon terug op te drogen in de zon.
We wandelen door een dichte jungle naar beneden naar ‘The boiling point’ en gaan nadien iets eten in een nabijgelegen lodge waar je, althans volgens de lokale tips, de tuinmannen kan vragen om de halftamme giraffen die daar in de buurt rondlopen, eten te geven. De deontologische boog hoeft niet altijd gespannen te staan en wanneer we 15 minuten later tussen en onder 5 giraffen staan hebben we toch een bijzondere ervaring.