Cape Maclear is één van de plaatsen die Michiel en ik 13 jaar geleden in Malawi bezochten en waar we beiden graag nog eens heen wilden. Wanneer we er aankomen zijn we redelijk geschokt door het dorp. Het is gigantisch gegroeid (qua inwoners blijkbaar meer dan verdubbeld) en de rand van het dorp waar we toekomen is super vuil en armoedig. We rijden door een soort van plastiek vuilnisbelt. Aangekomen bij de bnb (Mgoza lodge) die verderop middenin het dorp ligt, zien we tientallen mensen in het meer volop de was doen, potten schuren met zand, zichzelf helemaal inzepen en afspoelen. Tegelijk is het een komen en gaan van vissers in hun boomstammen. Kinderen vissen met een muskietennet kleine vissen uit het water en Jannes helpt ze te verzamelen. Het is een wonderlijk schouwspel in kleurrijke gewaden, maar tegelijk zo confronterend. Mensen hebben geen enkele privacy en zo weinig voor zichzelf.
En al die plastiek, de zeep en de overbevissing moeten het meer toch uitputten? Onderweg zagen we ook hoe de kaalgekapte landbouwvlakte met de stevige regen meteen blank kwam te staan. Op hellingen stroomt de vruchtbare laag zonder meer weg. Hier zie je heel wat van de wereldproblematiek zo voor je, terwijl de ecologische footprint van deze mensen maar een fractie is van de onze (75x kleiner). We zijn overdonderd. Wat doen wij daar met onze valiezen vol kleren eigenlijk? Wat is dat reizen nu eigenlijk? Bovendien hebben we intussen 2 zieken. Witse en Anouk lijken een voedselvergiftiging te hebben opgelopen. Wanneer we iets te eten willen bestellen blijkt ¾ van het menu bovendien doorgestreept en in het dorp van ondertussen >25.000 inwoners zijn amper vers fruit of groenten te vinden. Het zijn allemaal veel indrukken om te verwerken.
De volgende dag blijkt de plek ook wel net bijzonder omdat je heel wat mensen van het dorp ontmoet die allemaal ontzettend blij zijn dat er toeristen zijn. Meteen worden kraampjes geopend, komen gidsen wandelingen en boottochten voorstellen, komen lokale muziekbands zich presenteren en het beste van zichzelf geven. Er worden rokken, tafellakens en servietten genaaid. Wanneer we door het dorp wandelen wordt overal gezwaaid en worden we welkom geheten. Je kan niet anders dan respect en bewondering krijgen voor de bedrijvige en vriendelijke mensen. En wat mij betreft een beetje jaloezie op hoe alles in gemeenschap gebeurt, hoe iedereen elkaar kent en mensen elkaar uitgebreid begroeten. Er is ook een manier van samenwerken en organisatie die voor ons niet meteen zichtbaar of begrijpelijk is. Er valt hier veel te leren.
De volgende dag wordt In het dorp een jongeman begraven die na een korte ziekte overleed. Het ganse dorp woont de plechtigheid bij in hun mooiste kleren. Eerst rijden ze met de kist door het dorp in een stoet, daarna vindt er uren aan een stuk een samenkomst plaats waarbij samen gezongen en gerouwd wordt. Onderweg hierheen kwamen we ook al terecht in een gigantische stoet van eerst huilende vrouwen en dan zwijgende mannen. We zeggen tegen elkaar dat dit wel een belangrijke persoon moet geweest zijn gezien de grote stoet. Even later rijden we langs de auto waarin een vader een kleine kist omarmt. Zo’n immens verdriet is universeel.
In Cape Maclear zien we ook een vriend terug (Shakespeare) die we 13 jaar geleden ontmoetten. Het is een fijn weerzien. Hij leidt ons fier rond in zijn nieuw atelier waar hij na school met kinderen juwelen, kaartjes, boekjes maakt uit gerecycleerd papier. Uiteraard heeft hij, net zoals heel het dorp, erg te lijden onder het gebrek aan toerisme door Corona. We bezoeken zijn huis en ontmoeten zijn vrouw. Ondertussen heeft hij 2 kinderen van 12 en 8 jaar die beiden naar een private school gaan en daardoor op internaat zitten. Hij bracht ze op 2 januari naar school en met Pasen komen ze weer thuis. Zelf gaat hij om de paar weken op bezoek. Hij doet daarmee het beste wat hij voor hen kan doen, maar het kost hem een fortuin. Wij prijzen ons weer gelukkig met onze kinderen zo constant dichtbij.
Koen, Anouk, Jannes en Michiel maken een wandeling naar Otter Point, een beschermd natuurgebied (Unesco wereld erfgoed) en turquoise baai met graniet rosten waar je kan snorkelen en van de rotsen springen. Het is er zo mooi dat we de volgende dag (wanneer Witse genoeg hersteld is om te wandelen) nog eens samen terug gaan. Wanneer je met je zwembril je hoofd onder water steekt, lijk je je hoofd in een druk bezet aquarium te steken. Het wemelt er van de vissen.
Onze laatste avond in Cape Maclaer met Koen en Anouk lezen Jannes en Witse hun nieuwjaarsbrieven voor. Ze hebben als enige het geluk om dat live te mogen meemaken en genieten er van. Wanneer we later op restaurant aan tafel zitten, schudt plots de aarde. We vluchten allemaal naar buiten, maar gelukkig is de beving kort en niet zo krachtig. We brengen dankzij de aardbeving een heel gezellige avond door met onze voeten in het zwembad, nippend van onze wijntjes en we doen samen een rondje tops en flops van de vakantie. Wat zijn we Koen en Anouk dankbaar dat ze deze zeker niet evidente reis ondernomen hebben om bij ons te zijn en samen te reizen. Het was geweldig! Gelukkig testen ze de volgende dag ook negatief en kunnen ze effectief terug naar België.