De eerste nacht van onze lange road trip was een korte tussenstop in Bontebok National Park. Dat is als natuurreservaat niet echt bijzonder: veel bush met daartussen – u raadt het al – veel bontebokken en wat zebra’s. Het park lag echter vlak lands onze route en de camping (Lang Elsie’s Kraal) is bijzonder mooi. Omdat er geen gevaarlijke dieren zitten kan je ook zwemmen in de rivier én safari’s doen vanop het dak van onze auto… Wat ze ons niet vertelden was dat er bijzonder veel scherpe doorns in het gras lagen die ons 2 opblaasbare matjes gekost hebben… Omdat we 4 matjes én een daktent voor 2 personen mee hebben is dat geen voorlopig geen probleem, maar die moeten we onderweg nog wel ergens geplakt krijgen.
In Kaapstad kochten we een ‘Wild Card’. Daarbij betaal je eenmalig een kleine 400 euro (voor een gezin) om een jaar lang gratis toegang te krijgen tot alle Nationale parken in Zuid Afrika. Die investering haal je er al uit wanneer je ongeveer 6 dagen grotere parken (Kruger, Kalahari, …) zou bezoeken, maar zorgt er ook voor dat je zonder veel nadenken al eens snel overnacht in een kleiner park onderweg omdat je dan enkel de camping moet betalen en de beesten (en vaak mooie locaties) er gratis bij krijgt. We kochten ook een traditioneel gietijzeren ‘potjie’ waarmee we gemakkelijker op houtvuur kunnen koken.
In tegenstelling tot andere landen in Zuid-Oost Afrika met peperdure natuurparken (Kenia / Masai Mara, Tanzania / Serengeti, Botswana / Okavango delta) is het een bewuste keuze in Zuid Afrika om de natuurparken relatief betaalbaar te houden. Zeker voor de Zuid Afrikanen zelf (< 100 euro voor een Wild card voor en gezin).