Gewoonlijk wanneer we in Kaapstad landen, zakt zo ongeveer mijn hart in mijn buik en overvalt mij een gevoel van blijdschap en toch ook een beetje van thuiskomen. Het licht, de lucht, de taal… Deze keer gaat het ook gepaard met zo’n gevoel van opluchting dat er zelfs tranen aan te pas komen. Het leek zo lang zo’n naïef idee dat vroeg of laat onmogelijk zou blijken door die hele corona toestand. Erover nadenken, laat staan eraan voorbereiden zoog extra energie omdat je telkens bang was dat het voor niets zou zijn. En plots zijn we er en besef je dan pas dat het toch wel wat gevraagd heeft.
De eerste dagen heb je dan constant flashbacks naar andere keren dat we hier waren en verbaas ik mezelf hoe ik hier ooit als 23-jarige aankwam samen met een vriendin, een auto ging kopen, de stad ging verkennen, links rijdend met die nieuwe auto of hoe ik werk ging zoeken en vond in Nyanga, één van de townships en daar op mijn eentje elke dag heen ging of intervisie vond in het kinderziekenhuis van het rode kruis,… of dan denk je aan het feit dat we die twee kleine kleutertjes van ons naar school stuurden vol vertrouwen en hoe dapper ze dat deden. En nu staan we hier weer en vragen we opnieuw heel wat flexibiliteit van onszelf en vooral van de kinderen.
Het is waanzinnig hoe snel die zich aanpassen aan de hele nieuwe context en het schoolwerk doen met hun ouders als ’coach’. Voor mezelf voel ik hoe ongelooflijk comfortabel we het thuis hebben, hoe ik niet zoveel dingen hoef te doen die ik niet ken, hoe ik maar weinig mijn comfortzone hoef te verlaten. Nu zal dat wel weer moeten want je wil dingen meemaken, je vrij voelen dus je moet alleen de stad ingaan, met de Defender durven rijden, ja zeggen op gekke uitnodigingen en je zelfzeker gaan voorstellen aan een organisatie als je daar iets wil gaan leren of iets wil bieden.
Kaapstad lijkt me op het eerste zicht veranderd. Positief en negatief. Wat fijn is, is dat waar je vroeger vooral witte mensen tegenkwam in de Waterfront, dat nu een heel gemengd publiek is. Of op Lion’s head zag je misschien sporadisch eens een groep coloured of zwarte kinderen met één of andere organisatie en nu opnieuw zie je mensen in alle kleuren en maten die voor de beklimming gaan. Tegelijk zagen we onderweg hoe Nyanga uit haar voegen barst met nieuwe shacks (huizen samengesteld uit golfplaten, plastiek, hout), hoe in de stad her en der squatter camps zijn waar die er voorheen niet waren, zie je aan elk rood licht mensen dingen verkopen, bedelen, dansjes uitvoeren. Een man had een bord waarop stond “I’ll take any verbal assault for 20 ZAR” (1.5 euro). Donkere humor. Witse en Jannes willen dat we iedereen iets geven, hebben heel veel vragen over waarom mensen daar staan of ze niet in een winkel kunnen gaan werken, waarom wij hen meestal niets geven… Het is zo in your face. Niemand doet dit voor zijn plezier… Wanneer we de car watcher ( onofficiële bewakers die je helpen parkeren) 5 Rand geven zoals we dat gewoonlijk deden wordt Witse gewoon boos: ’Die man staat hier uren in de kou en werkt echt hard en jullie geven hem 5 rand, dat is gewoon niets!’ De kinderen stellen het netjes op scherp. De volgende keer als we zeggen: er zijn mensen die geen eten hebben, weten ze wat we bedoelen. We voelen onszelf ook akelig ongemakkelijk bij elke aankoop die we doen voor de uitrusting van onze auto. Het zal deugd doen om het onderweg met wat minder te doen.
Gisteren had ik ook een fijn weerzien met mijn vriendin en ex collega Siphokazi. We houden altijd wel contact terwijl ik in België ben en het was heel leuk om haar nog eens te kunnen knuffelen. Ze riep wel meteen uit dat de politie ons zou arresteren als ze ons zouden zien. Corona is hier uiteraard nog hot. Ik kwam terecht op een verjaardagsfeest van één van haar teamleden. Iedereen in het wit gekleed en de ster van het feest helemaal in het goud. De vrouwen allemaal met pruiken, zilveren diademen, gigantische oorbellen, plastieken muiltjes met pompons en sommigen met valse wimpers en zwaar opgemaakt. Bon ik was underdressed maar gelukkig in het wit. We gingen voor een boottocht in de haven. De schipper ook een Xhosa man begint met een uitleg over de safety maar houdt het kort: ’the nearest exits in case of emergency oh well everywhere! En dan blijkt hij toch eerder in de wieg gelegd om dj te zijn en zet hij superluid een schijf op die met luid gejuich en uiteraard gedans onthaald wordt door Siphokazi’s team. De andere reizigers zitten erbij en kijken ernaar… Onderweg vallen er plots druppels langs het dak op Sipokazi en mijn schoot tot grote hilariteit van de collega’s: You’re in a shack honey come over to the suburbs! Spoki zegt: ’ze lachen want ze wonen zelf in een shack waar het deze winter stevig heeft binnen geregend. Deze winter stond het water in sommige van hun shags tot borst hoogte…’ maar op deze boot is dat even vergeten en geniet iedereen van de luxe van de boot, de zon en de supersfeer. Er wordt uitgebreid geposeerd in Titanic stijl en luid gezongen.
🖤🖤 mooi bericht Marjan !