De voiture

Voor de road trip hebben we op voorhand vanuit Belgie een auto gekocht in Kaapstad.

Daarvoor bestaan gelukkig allerlei facebookgroepen van overlanders die meestal (radicaal) gesplitst worden volgens Toyota (Hilux of Landcruiser) of Land Rover (Defender).

Als je alle kapotte wisselstukken van Land Rovers op een berg zou gooien, zou die zichtbaar zijn vanop de maan.

Toyota-verkoper

Ik sta nog liever langs de kant van de weg met een Defender dan rijdend op de weg met een Toyota.

Defender-verkoper

Hoewel de Toyota’s de betere auto’s zijn, kozen we voor de laatste: een Landrover Defender (110 Td5) uit 2003. Dat is volgens de verkoper kiezen voor ‘a way of life’: alles mechanisch, stijlvoller dan de Hilux én betaalbaarder dan de Landcruiser.

Je wordt vanaf nu geacht te zwaaien naar alle andere Defenders onderweg. En ah ja. Niet sneller dan 90 km/u te rijden.

Dave (autoverkoper) – na verkoop

Vreemd genoeg was die keuze snel gemaakt toen we ons realiseerden dat we de vorige keer ook ongeveer elke maand in de garage stonden met onze VW microbus, maar dat we die keuze zo opnieuw zouden maken.

We kochten de auto bovendien van een verhuurbedrijf gespecialiseerd in Defenders (incl volledig nazicht en onderhoud), waardoor deze ‘overland proof’ zou moeten zijn: extra grote benzinetank, watertank, daktent, dual battery, convertor, koffer met lades, bull bar, winch, awning, alle juiste papieren en stickers om de grenzen over te geraken… Dat alles hebben we nog aangevuld met wat 2e hands opties: frigo, reiskeukenset, extra kofferbak op het dak, …

1u voor de afreis vanuit Belgie kregen we bovendien vanuit Londen nog een nuttig pakje. Good to go.